Schrijven over wederkerigheid en vertrouwen. Hoe is jou dat vergaan? Is het gelukt de wees-niet-bang tekst te combineren met de stil-maar-tekst die je eerder schreef? Reacties en teksten zijn van harte welkom.
Hieronder de foto die Maria Antoinette stuurde. Die hoort bij haar tekst die bij de reacties staat.
Wees niet bang
Schaam je niet zo snel !!
Ontspan en vertrouw op je Hart
Wees niet bang
Ben niet zo voorzichtig !!
Heb vertrouwen en durf te ondernemen
Wees niet bang
Laat je kwetsbaarheid zien !!
Heb vertrouwen , jij bent oké
Wees niet bang
als er even iets tegenzit
God zal er altijd voor je zijn !!
WEDERKERIGHEID
Een kennis vertelde over haar werk
Een oppervlakkig verhaal, zonder passie, zonder liefde.
Ik voelde hierover, een ‘flinter boosaardigheid’ in me opkomen,
maar uitte dat niet.
Ik besloot positief te reageren.
De flinter boosaardigheid veranderde in een druppel vriendelijkheid.
Zij reageerde vriendelijk op mijn ‘druppel vriendelijkheid’.
Hoe zou ze gereageerd hebben op de ‘flinter boosaardigheid’ ?
Het ‘principe van wederkerigheid’ voelde ik, op dat moment, heel duidelijk !!
Er was eens een prins met een flinter boosaardigheid in zijn hart. Die zat me daar toch te zeuren als een splinter in een vingertopje. Het was maar een kleine flinter, maar de pijn doortrok het hele lichaam van de prins.
Nu was er een prinses die bij hem op bezoek kwam. Zij vond hem op het eerste gezicht wel aardig, maar toen liet hij haar de flinter voelen door venijnige taal en woorden. De flinter stak nu ook in het hart van de prinses, en ze kregen ruzie.
De hofnar kwam met een spiegel en hield hun die voor. Toen zagen zij wat de flinter deed, en kwamen tot bezinning. De prinses trok voorzichtig de flinter uit het hart van de prins, en daarop deed de prins dat bij haar. En ze leefden nog lang en gelukkig.
Wederkerigheid beweegt perfect!
Stil maar, alles heeft een reden
Je mag er zijn, je leven ontvouwt zich aan je
Je laat me horen, ze zullen altijd van je houden
Ik ben er, met de stilte, de zon en wat er ook op je pad komt
Wees niet bang
Er was eens een druppel vriendelijkheid. Wat die druppel ook deed, het wrattenzwijn merkte hem niet op, omdat hij verdronk in zijn eigen boosaardigheid. De druppel werd er triest en ook een beetje bang van. Hij liep weg, heel diep het bos in, en verstopte zich tussen de wortels van een hoge boom. Helemaal boven in die boom zat een eekhoorn. En al was de afstand tussen hem en de druppel vriendelijkheid groot, hij zag hem wel meteen.
‘Hé, druppel!’ riep de eekhoorn, ‘wat scheelt je? Kom gauw bij mij. Mijn vacht is lekker warm, mijn staart heerlijk zacht.’
De druppel keek omhoog. Uiteraard kon hij niet zomaar in bomen klimmen. Maar dat was al niet meer nodig, want de eekhoorn sprong ondertussen zelf al van tak naar tak tot bij de druppel onderaan de boom. Hij vlijde zich tegen de druppel. Na alle boosaardigheid die de druppel net had gezien, deed dit hem ontzettend veel deugd. Hij glansde er zelfs van. Hoewel zijn verdriet niet helemaal verdween, had hij het best naar zijn zin bij de eekhoorn. Die voelde aan dat er iets mis was, maar zei er niks van. Ze praatten over de bloemen en de bijtjes. Of waren gewoon stil. En als vanzelf kwamen ze na een tijd bij het wrattenzwijn terecht. De eekhoorn kromp in elkaar bij het horen over zoveel boosaardigheid. Maar niet lang, want met de druppel vriendelijkheid voelde hij zich sterk. Hij bedacht een moedig plan. Samen met de druppel zocht hij het wrattenzwijn op. Dat zag er nu nog boosaardiger uit dan de druppel zich herinnerde. Omdat ze nu met twee waren, kon het wrattenzwijn niet meer naast hen kijken. Eerst deinsde hij achteruit, maar algauw kwam hij toch weer voorzichtig wat dichterbij. De boosaardigheid schilferde beetje bij beetje af. En op zijn wrattensnuit verscheen zelfs iets wat op een glimlach leek.
(c)Veerle Schaltin
http://www.wiebelwoorden.be
Stil maar, je hoeft niks uit te leggen
Wees niet bang, kijk om je heen
Stil maar, luister naar de klanken
Wees niet bang, dit is de zee
Stil maar, ik hou van jou, daar komt niet tuseen
Wees niet bang, ga met me mee
Regel 36
Vriendelijkheid is:
Een blaadje beweegt
Een druppel valt
Wees niet bang, in feite kan je niets gebeuren
Wees niet bang, niemand kan jou iets maken
Wees niet bang, van binnen ben je niet te raken
Maar ben je het toch
Wees het dan gewoon
Druk het niet weg
Voel het in je lijf en leden
En laat het gevoel dan wegvloeien
Stil maar, zoet maar, kindekijn
Wees maar niet bang, er kan je niets gebeuren
Stil maar, zacht maar, adem mijn
Ik voel je in mijn lijf en leden
Stil maar, goed maar, alles zijn:
Zowel de vrees, als de gebeden.
Vastenversie: God volledig vertrouwen
Wees niet bang: het komt wel weer goed
Wees niet bang: de brij wordt nooit zo heet gegeten als hij opgediend wordt
Wees niet bang: je hebt wel voor heter vuren gestaan
Wees niet bang: ze laten je niet in de steek
Wees niet bang: je mag! soms bang zijn
Ik vertrouw erop dat ik door blijf gaan net zolang tot ik alles onder ogen durf te zien en dat er te durf te laten zijn. Ik word daarbij nu gesteund door het vertrouwen in mijn stoel waar ik al bijna 40 dagen op zit als ik schrijf en het vertrouwen in mijn pen die iedere keer weer begint te schrijven als ik hem op het papier zet en het vertrouwen in mijn hart dat zich opent en sluit en op iets dat groter is dan ik zelf ben waar ik hulp vraag als het hart op slot zit.
Ik vertrouw mezelf
Er was eens een flinter boosaardigheid die klem zat in een lichaam.
Dat lichaam wilde het niet laten zien en verstopte het steeds dieper en dieper.De splinter werd een scherf en ging steeds meer pijn doen.
Totdat de Liefde zei: “Jij bent gelijk aan mij. Laat het er toch zijn en omarm die boosaardigheid. Kijk maar naar het woord,ook als je boos bent blijf je nog wel aardig, dat is de aardigheid.Je bent Liefde en dat overwint alles, als je daarvoor kiezen kan. Het duurt even voordat je het door hebt maar het kan je leven lang.”
En ze leefden nog lang en gelukkig.
Stil maar, wees niet bang
Stil maar, huil maar, het komt wel goed
Wees niet bang te leven, hoe je het ook doet
Stil maar, blijf maar zitten, geneer je niet
Wees niet bang, droog je tranen van verdriet
Stil maar, het kind in jou is argeloos
Wees niet bang, zij blijven heus niet boos.
Vastenregel: Bang zijn? Vertrouw op God
Net in de zon en de wind in de tuin gewerkt. De twee haantjes met elk twee kippetjes zijn er als de kippen bij als ze mijn stem horen. Ze monkelen gezellig tegen me. Boven me hoor ik ganzen gakkend overvliegen. Ik kan hun vleugelslagen horen. Enkele knalgele narcissen steken voorzichtig hun kopjes uit hun knop.
De natuur heeft altijd een vanzelfsprekend vertrouwen in zich. Ik heb dat minder vanzelfsprekend. De spiegel van de natuur geeft me nu het beeld van vrijheid. Durf ik de vrijheid aan om in deze lente te laten ontstaan wat zich aandient om te doen het komende jaar?
Kan ik een composthoop maken van geduld, moed, vertrouwen?